Overprikkeld

Zomer 2020

Het is mijn tweede week op m’n nieuwe werkplek, vandaag heb ik mijn eerste avonddienst. Tijdens mijn opleiding heb ik al eerder op een woonvorm voor mensen met dementie gewerkt, toch merkte ik gelijk dat deze twee werkplekken niet met elkaar te vergelijken zijn. Het grootste verschil; op mijn vorige werkplek woonden maximaal zeven mensen op een afdeling, hier zijn dat er achttien… en dat alles met één huiskamer.

Pff, ik moet eerlijk bekennen dat ik het best pittig vind. Bij mensen met dementie kunnen in de loop van het ziekteproces bepaalde tics ontstaan, zo ook bij de mensen hier op de groep; de een roept de hele tijd ‘Help!’, een ander klapt steeds in de handen. Sommigen hebben geen rust in het lijf en blijven maar lopen. De tics van de een veroorzaken vervolgens onrust bij een ander. Kortom, met zoveel bewoners in een huiskamer zijn dat een hoop prikkels bij elkaar. Ook bij mij komen die prikkels flink binnen; de geluiden galmen door mijn hoofd en ik voel hoofdpijn opkomen.

Tijdens mijn opleidingsperiode heb ik veel verschillende opvattingen gehoord over de behoeftes van mensen met dementie met betrekking tot hun leefomgeving. Vaak werd gezegd dat mensen met (vergevorderde) dementie niet teveel onrust in hun omgeving zouden moeten hebben; zorg voor rust en structuur in een prikkelarme omgeving.
Nou, die rust en structuur is hier ver te zoeken. Al dat lawaai, ik word er gek van! Ik vraag me af hoe heftig deze situatie voor deze mensen zelf wel niet moet zijn.

We hebben net met z’n allen het avondeten gegeten. Ik merk dat de onrust van de bewoners alleen maar verder toeneemt, mijn hoofdpijn helaas ook. Een collega komt naar me toe en legt uit dat dit altijd een onrustig moment is, zo na een maaltijd. Hij stelt voor om iedereen naar de zithoek te begeleiden, zodat we daar met de bewoners koffie kunnen drinken. Zo gezegd, zo gedaan. We begeleiden iedereen naar de zithoek en ondertussen ruimen we de rommel van het avondeten op. Een bewoonsters wil nog even naar de wc, ik ga met haar mee. Wanneer we terugkomen in de huiskamer… schrik ik me wild! Er staat muziek hard aan en, in het midden van de zithoek, staat een collega te zingen en te dansen. Een bewoonster loopt ons met haar rollator tegemoet, het lijkt wel of ze deze chaos probeert te ontvluchten. Zo had ik het ontprikkelen niet voorgesteld. Wanneer een collega vraagt wie er wil afwassen, bied ik me gelijk aan; weg uit deze drukte!

Wanneer ik na het afwassen weer in de huiskamer kom, staat de muziek gelukkig zachter. Mijn collega, die eerder stond te zingen en te dansen, komt naar me toe. “Gaat het een beetje? Ik geloof dat je het net wat te heftig vond, zag ik dat goed?”
Ik geef toe dat ik het inderdaad erg heftig vond. Ik vertel over mijn ervaringen en de verschillen met mijn vorige werkplek. “Ik begrijp niet zo goed dat je de muziek zo hard zette. Dan veroorzaak je toch alleen maar meer onrust?”
“Kijk eens goed Berend,” zegt hij, “weet je zeker dat het onrust veroorzaakte?”
Samen kijken we naar de bewoners, hij noemt op wat hij ziet. Een mevrouw met vergevorderde dementie, die meestal ligt te slapen in haar rolstoel, kijkt vrolijk om zich heen. Andere bewoners zitten rustig op hun stoel, de één dut wat, de ander kijkt vrolijk… sommigen zingen mee met de muziek.

“Er zijn inderdaad een aantal bewoners onrustig, maar komt dat wel door de muziek? Ik denk dat ze anders ook wel onrustig waren geweest. De rest geniet echt van de muziek, van de liedjes van vroeger. Het haalt oude herinneringen naar boven, het zorgt voor kleine geluksmomenten. Daarnaast zorgt het aanbieden van een activiteit voor afleiding, het geeft houvast, structuur en vooral veel gezelligheid.”
En ik zie dat hij gelijk heeft… ik denk dat vooral ik diegene was die overprikkeld was door alle nieuwe indrukken.

Inmiddels zijn we bijna een jaar verder. Ik ben tot de conclusie gekomen dat de noodzaak van een prikkelarme omgeving voor mensen met dementie… veel genuanceerder ligt. Ook ik zet nu regelmatig muziek aan, ga bij de bewoners zitten en zing met ze mee. Juist wanneer er niets gebeurt, wanneer wij te druk zijn met onze taken en de bewoners alleen laten, komt de onrust bij een aantal naar boven en dutten anderen helemaal in. Het samen zingen, bewegen of spelletjes doen; de mensen genieten er zo van. Het wonen in een verzorgingshuis hoeft niet saai te zijn, het is maar net wat wij, als zorgverleners, ze bieden.

Ben je benieuwd naar de liedjes die we samen zingen? Bekijk mijn afspeellijst op Spotify; Broeder Berend – liedjes van vroeger.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *