“Ik wil naar mijn moeder!”, schreeuwt Hendrikje emotioneel.
Ik ben met mevrouw meegelopen naar haar appartement. Ze is doodmoe, maar door de onrust in haar lijf gunt ze zichzelf geen rust. Ze is het afgelopen uur al meerdere keren naar buiten gelopen, op zoek naar een automobilist die haar een lift wil geven.
Ze gaat voor de zoveelste keer in de stoel bij het raam zitten. Ik hoop dat ik haar onrust weg kan nemen, want ze heeft haar rust op dit moment echt nodig.
“Mijn mama is nu helemaal alleen, ik moet naar haar toe!”, zegt ze wanhopig.
Haar moeder is lang geleden overleden, echter door haar dementie vergeet ze dit soms… zo zielig!
Dan moet ik denken aan iets waar ik tijdens mijn opleiding over heb gehoord: reminiscentie, het bewust ophalen van herinneringen bij bijvoorbeeld mensen met dementie.
“Weet je Hendrikje, mijn moeder is haar vader veel te vroeg verloren. Nog voordat ik was geboren, was mijn opa al overleden. En hoe lang geleden het ook was, mijn moeder mist haar vader nog iedere dag. Ze zou zo graag nog even met hem willen praten. Zielig hè?”
“Oh ja, dat is echt zielig”, zegt ze.
Na een korte stilte vraagt ze: “Mijn moeder is ook overleden hè?”
“Ja, het spijt me… dat klopt”, zeg ik eerlijk.
Weer denkt ze er even over na. “Maar dan doen we dat toch?”, zegt ze opeens vastberaden. “Dan ga ik met je mee naar jouw moeder, dan hoeft zij niet alleen te zijn.”
Haar opmerking raakt me. “Och lieverd toch, wat een ontzettend mooi voorstel! Maar maak je over mijn moeder geen zorgen hoor. Mijn vader is bij haar, dus gelukkig is ze niet alleen.”
Ik blijf nog even naast Hendrikje zitten. Ik zie dat het heeft geholpen, ze is inmiddels een stuk rustiger.
“Zal ik een kop thee voor je halen, zodat je hier nog even heerlijk uit kunt rusten?”
“Graag”, zegt ze dankbaar.