Dit is het derde verhaal van een reeks van vier over Hilde, geschreven tijdens de corona-lockdown. Hilde woont op een woongroep voor mensen met dementie. Dagelijks wordt ze geconfronteerd met het lot wat haar te wachten staat; een leven met vergevorderde dementie. Echter wil ze het absoluut niet zover laten komen, daarom is ze bezig met een traject voor euthanasie.
Heb je de voorgaande twee verhalen nog niet gelezen? Klik dan hier voor deel 1 of deel 2.
Niet alles kan je plannen, vooral in deze tijd niet. Toch is het bijna zover, overmorgen wordt de euthanasie van Hilde uitgevoerd. Voor mevrouw loopt alles volgens planning. Haar familieleden zijn allemaal weer vrij van corona en kunnen bij haar op bezoek komen. Echter, bizar maar waar, nu ben ik zelf degene die in thuisquarantaine zit in verband met contact met iemand die corona bleek te hebben.
Juist nu komt dat echt niet uit. Vorige week, tijdens het afwassen, vertelde ik Hilde dat ik nog graag een verhaal over haar situatie wilde schrijven. Mevrouw reageerde hier heel positief op en ze hoopte dat ze het resultaat nog zou kunnen lezen. Het zorgde voor extra druk, de verhalen moesten nu toch echt geschreven gaan worden. Dus de afgelopen dagen ben ik daar druk mee bezig geweest. Echter, omdat ik samen met mijn dochter in quarantaine zit, kan ik nu niet naar het werk om de verhalen aan haar te laten lezen. Daarbij merk ik dat ik het heel heftig vind dat ik nu geen afscheid van haar kan nemen.
Ik bel mijn collega Joost en bespreek mijn gevoelens hierover met hem; “Zal ik de verhalen anders naar jou mailen, zodat jij het Hilde kan laten lezen?” (‘Naar het einde toe’ deel 1 en 2)
Joost stemt hiermee in en belooft ze vanavond tijdens zijn avonddienst aan Hilde te laten lezen.
Een paar uur later gaat de telefoon, het is Joost.
“Berend, ik heb hier iemand naast me zitten die je graag even wil spreken.”
Ik schrik, het zal toch niet!
“Hallo Berend, met Hilde. Joost heeft me net de verhalen laten lezen, wat heb jij het prachtig beschreven! Precies zoals ik het voel en beleefd hebt, het klopt precies.”
Ik ben zo overrompeld door deze lieve woorden, dat ik niet weet wat ik moet zeggen. Wat ontzettend lief!
Hilde complimenteert me vervolgens met mijn schrijverstalent. Dit betekent veel voor me, omdat ik weet dat mevrouw ook een taalkunstenares is.
“Berend, je schrijft prachtig”, zegt ze, “ga vooral door met het schrijven.”
Op mijn beurt bedank ik haar voor alle mooie momenten samen en dat ik voor haar heb mogen zorgen, ik vertel haar dat ik haar een prachtig mens vond en dat ik echt van haar heb genoten en veel heb geleerd. Tot slot wens ik haar heel veel succes.
Nadat we het telefoongesprek hebben afgerond, staar ik nog een tijdje naar het scherm. Het voelt onwennig; dit zal de laatste keer zijn geweest dat we elkaar hebben gesproken. Wanneer mijn dochter even later binnenkomt, schrik ik op. “Je raad nooit wie ik net aan de telefoon had.”
Met tranen in mijn ogen praat ik haar bij over het gesprek en deel mijn gevoelens.
Wordt vervolgd … Volgende week het laatste verhaal over Hilde.