Samen met meneer loop ik door de gang. Plots blijft hij staan en kijkt mij aan.
“Ik vind jou de aardigste van allemaal!”, roept hij enthousiast.
Deze onverwachte bekendmaking overrompelt me. We kennen elkaar nog maar net en nu al vindt hij mij het aardigst.
“Wat fijn om te horen…”, stamel ik, “ik vind jou ook heel aardig!”
Samen lopen we weer verder.
Verderop in de gang komen we een collega tegen. Meneer blijft weer staan en kijkt nu naar haar. “Ik vind jou de aardigste van allemaal! Ik vind jou de aardigste van de hele wereld!”, roept hij naar haar.
“En ik dan?”, vraag ik, “ik was toch al de aardigste?”
Meneer moet er even over nadenken. “Jij bent het meest alleraardigst van allemaal!”, zegt hij uiteindelijk tegen mij, in de hoop mij tevreden te stellen.
Met zo’n mooi antwoord is het wel duidelijk wie de aardigste persoon is van allemaal… en dat is deze meneer zelf!